Dichten, een zeer ruim gegeven,
wat maakt schrijfsels lof- of leerdicht,
aan een gedachte vormgeven,
gevoel dat moet worden belicht ?

Dichten, uit zuivere aandrang,
een voorzien in een behoefte,
een tijding van enig belang
voor het hart van een bedroefde ?

Dichten, verkort weergegeven,
'versvoetend' technisch gebonden,
wil woorden tot leven weven,
strak van stijl of onomwonden.

Dichten, in regels kort of lang,
wil uitspreken, liefst niet verbaal,
met pen en papier, soms met zang,
roerselen in rijmrijke taal.

Dichten, een schrijvend tijdverdrijf,
in beginsel demonstratief,
met humor of plechtstatig stijf,
verzen scheppend van vreugd tot grief.

Dichten wenst te worden gehoord
of eerder gezegd, gelezen,
doet goed vervatten ieder woord,
niet steeds gevat of geprezen.

Dichten, lyrisch, beeldrijk, concreet,
heeft expressie als objectief.
Lezing, hoe kundig de poëet,
door impressie is subjectief.

Dichten, voor menigeen een gril,
hoeft niet te worden bewezen,
doch is niet dichter hij die wil,
die 'dichtmeester' onvolprezen.























Nieuw ingezonden gedichten