In de razernij der dagen
zou ik willen schuilen.
In de wirwar van de vragen
zachtjes willen huilen.
Is het licht voorgoed verdrongen,
heeft de zon vakantietijd?
Waar zijn de vogels die eens zongen.
Zijn we alle bloemen kwijt?

Door het waaien van de bomen
krijgt het lied geen kleur.
Al wat ons is overkomen
stelt ons toekomstbeeld teleur.
Ik zoek het late licht,
is het nog steeds te vinden?
Ontbreekt het vergezicht
door regen storm en winden?

Maar hoor, de merel zingt
dwars door de koude sombertijd.
En 't lijkt of ook het zonlicht blinkt,
de winter wankelt in onzekerheid.
De wolkenluchten breken open.
De hoop geeft nieuwe moed.
Wat hier ook weg was of verlopen;
Gods licht dat weer herleven doet!

Nieuw ingezonden gedichten