Het orgel is zijn instrument
wat hij echt op z’n duimpje kent.
Met haar rijke klanken God eert
en vakkundig improviseert.

Hij speelt met grote vaardigheid
als hij de volkszang begeleidt.
Met de registers kiest hij sfeer
klanken ten hemel tot Gods eer.

Hij draagt hiermee de woorden voort
die God dan in de hemel hoort.
Hiermee stijgt onze lof en prijs
uit aller hart als dankbewijs.

Dan klinkt van iedere lofpsalm
door heel de ruimte haar weergalm.
Trouw door het orgel is ondrsteund
waar de gemeentezang op leunt.

Hiermee wordt onze dank verklaard
ten hemel stijgend van de aard.
Beseffend dat door God elk woord
met liefd’ door Hem wordt aangehoord.

Als een deskundig organist
heeft hij nimmer een noot gemist.
Staande in dienst van Christus' kerk
doet hij zondags getrouw zijn werk.

Nieuw ingezonden gedichten