God schiep talenten voor een ieder mens,
waarmee zij mogen woekeren en werken,
rijk geschakeerd, kleurrijk als bloemenperken,
waar and’ren van genieten naar hun wens.

Musici zijn bedreven in muziek,
bedenken melodieën om te zingen,
weer anderen kunnen zich niet bedwingen
en schrijven daarbij teksten, heel uniek.

Kunstschilders zijn behendig op het doek,
panelen, olieverf en aquarellen,
die ons een speciaal verhaal vertellen,
van pracht en praal, als in een woordloos boek.

Schrijvers, zij brengen vaardig met de pen,
verhalen naar ons toe over het leven,
zodat wij romantiek en sfeer beleven,
waarin de lezer zich veelal herkent.

Sprekers converseren in overvloed,
zij komen overtuigend ten tonele,
hun zekerheden willen zij graag delen,
met verve brengen hun gedachtegoed.

Maar God schenkt aan Zijn kind’ren nog véél meer.
Hij geeft ons gaven om die te gebruiken,
zodat geloof bij and'ren kan ontluiken,
tot eer van Jezus Christus, onze Heer.

Romeinen 12:4-8, 1 Petrus 4:10

Nieuw ingezonden gedichten