diep in elk mensenhart
liggen verborgen
de restanten van het paradijs
van pure onschuld
ongekende liefde
en oprechte waarheid
 
een schat
ondergestoven
door fijnstof van de eeuwen
van een gevallen mensheid
dat blind
en doof maakt
 
dat vergeten doet
dat wij geliefden zijn
van Hem
die ons bedacht
en maakte
naar zijn volmaakte aard

schatzoekers
zijn we slechts geworden
die speuren
naar het waardevolle
hebben verwisseld
voor het najagen
van wind

toch blijft Hij
fluisterend
mij persoonlijk roepen
bij mijn naam
adam . . .
waar ben je

 

 

Nieuw ingezonden gedichten