Hij is ook mijn Heer,
niemand kan mij dit ontroven,
Hij verlaat mij nimmermeer,
gaande langs ruwe wegen,
trekt Hij mee, Hij is mij zeer genegen.
Als ik maar mag weten,
dat elk musje telt,
wat ik nimmer mag vergeten,
al mijn haren zijn geteld,
Hij zal voor mij strijden,
Hij vertroost en zal mij zachtjes leiden.
Als ik maar mag komen,
in Zijn Vaderhuis,
eeuwig bij Hem in te wonen,
op een dag brengt Hij mij Thuis,
tranen zal Hij drogen,
zingend mag ik reeds Zijn Naam verhogen.
Johannes 10:29 – Exodus 14:14
Mattheüs 10:29-31 - Psalm 23:2,6 - Openbaring