Ik weet dat ik los moet laten,
maar ik houd je stevig beet.
Omdat ik zo wil voorkomen,
dat jij meer en meer vergeet.
Ik kan maar niet accepteren,
dat jij dit gevecht verliest.
Want het is zo onrechtvaardig,
omdat niemand hier voor kiest.

Maar het is ook onafwendbaar,
‘k zie dat het steeds slechter gaat.
Ik neem steeds meer beetjes afscheid,
van mijn steun en toeverlaat.
‘Dit laten wij ons nooit gebeuren’,
dat bedachten we ooit saam.
Maar jij kan niets zelf beslissen,
je bent niet meer wilsbekwaam.

En zo moet ik wel aanvaarden,
wat zo onaanvaardbaar is.
Maar juist bij de tegenslagen,
namen wij die hindernis.
Daarom weet ik nu ook zeker,
wij slaan ons hier ook doorheen.
‘k Laat je los, terwijl ik vasthoud,
want ik laat je nooit alleen.