God is ons een toevlucht en sterkte,
Hij is onze hulp in benauwdheid,
Hij is het Die ons hart bewerkte
in de tijd en voor de eeuwigheid,
en daarom zullen wij niet vrezen:
ook al verplaatste zich de aarde
zouden bergen er niet meer wezen
als het hart der zee die vergaarde.

De beekjes der rivier verblijden
Jerusalem, God’s eigen Stede,
hoofdstad en hofstad, in alle tijden
de Stad van Zijn hemelse vrede,
de heiligste van de woningen
van de Allerhoogste, God is daar,
Hij is de Koning der Koningen,
Hij Zelf maakt al Zijn beloften waar.

Reeds bij het komen van de morgen
zal Hij haar helpen, ze wankelt niet,
de Heere Zelf wil voor ons zorgen
psalm zes en veertig zingt ons dit lied:
Hij is de Heere der heerscharen
een burcht is ons de God van Jakob,
dat geldt in alle levensjaren;
ons neemt Hij in Zijn heerlijkheid op.

bij Psalm 46