we zeggen wel eens in ons eigen hart:
voor ons die naar en voor de Heere gaan
is het leven niet altijd vrij van smart
terwijl wij naar Zijn regels willen gaan

soms gaan wij in rouw voor Zijn aangezicht
en zie dan hen, die God vergeten, gaan:
zij worden gebouwd bij Goddeloos licht
verzoeken U, en weten weg te gaan

hoe kan dat zijn, zeggen wij tot elkaar,
't gaat niet voorbij aan de Heer der Heeren
er ligt toch een gedenkboek Boven klaar
ten goede van allen die U eren

gij zult Mijn eigendom zijn, zegt de Heer
op de grote dag dat Ik zal komen
Ik kom aan het hoofd van het eng'lenheir
men zal Mij zien tot aan 's aardrijks zomen

op die Dag zult ge zien het onderscheid
bij wie voor en wie niet voor Mij gingen,
daartoe heb Ik die Grote Dag bereid
Ik ben uw Koning, Heer aller dingen

Mijn Dag komt, en die dag brandt als een vuur
de tegenstanders van Mij gaan er aan
hen blijft wortel noch tak, noch dag noch uur
hun daglicht is voor altijd uitgegaan

maar voor u die Mij eert, zal nu opgaan
Mijn zon, de Zonne der gerechtigheid
ge zult voorgoed Jerusalem ingaan,
en bij Mij zijn in alle eeuwigheid

bij : Maleachi 3 vers 13,
      tot en met 4 vers 2