ik zal binnenkort ‘t verzoek ontvangen
om voorgoed van hier weg te willen gaan
om te gaan naar ’t land van mijn verlangen
en bij de Heer in Eden’s Hof te staan

Heer, wil mij voor eeuwig gaan verblijden
verwerp mij niet van voor Uw aangezicht
ik zal U loven in al mijn tijden
Gij Zelf hebt al mijn zaken uitgericht

de grensrivier, die moet ik over gaan
om in het beloofde land te komen
wil bij die tocht dat water stil doen staan

ik wil graag door de gouden poorten gaan
van Jerusalem, stad van mijn dromen
om zingend in Uw voorhoven te staan

bij : Psalm 51 : 13; Jesaja 26 : 12;
Psalm 116 : 18 en 19