Het uitgezaaide Woord vergaat in de grond
om als wachtend koren te verrijzen.
De oogstmaand kan zich gelukkig prijzen
met volle aren, glanzend en gezond.

De rijke graanakker deint verkorreld blond,
slaakt zuchten, die naar Gods stem verwijzen:
"Mensen van allerhande geloofswijzen
voelen zich één, dankzij genadeverbond."

Ook wat verder, tussen woeste struiken,
staan tarwehalmen, eenzaam maar prachtig.
Zal een zwerver deze spijs gebruiken?

Verborgen vertrouwen leeft oppermachtig,
al mag het slechts bescheiden ontluiken:
de stille eenling zonder steun bidt krachtig.