Er is een forse boom geveld !
Een ziekte sloeg met grof geweld
de sterke stam aan stukken.
De wortels raakten zeer bekneld.
Een harde hand wist ze versneld
aan d'aarde te ontrukken.

Al is de boom dan weggekwijnd,
tóch zal er weer nieuw leven zijn
met nieuwe levenssappen.
Hij straalt nu in de zonneschijn
en staat weer kaarsrecht overeind,
hersteld van zware klappen.

In 't Paradijs, zozeer vertrouwd,
waar men Gods aangezicht aanschouwt,
eeuwig met Hem verweven,
formeert Gods hand het dode hout:
Een nieuwe boom wordt  opgebouwd,
geworteld in het LEVEN !

                                                              (bij het overlijden van een houtsnijder)

 

"Uitgelicht gedicht"