Hij is ten hemel opgevaren,
eeuwige deuren rijzen naar omhoog,
paarlen poorten zwaaien open.
Engelen zien met eigen oog,
Jezus als de Vorst der ere,
binnentreden; en de Zoon
die Zijn werk op aard’ volbracht heeft,
nadert tot Zijns Vaders troon.

Hij komt als dé Hogepriester,
die met ‘t offer van Zijn bloed,
(waar Zijn Kerk is ingesloten)
’t hart van Vader open doet.
Alle zielen der gezaligden
barsten in een lofzang uit,
alle troon- en hemelzalen
dreunen van bazuingeluid!

Juichend zien de hemelingen
hoe Hij ’t bloed Zijn Vader toont,
hoe Hij aan Zijn rechterhand zit,
met een gouden kroon gekroond.
Engelen en mensen samen,
al wat leeft en adem heeft:
voeg in vreugd’ uw stemmen samen,
looft uw God, die eeuwig leeft!

Looft de Vader, prijst de Zoon,
ja, aanbid God voor Zijn troon.
Prijst en looft de Heilige Geest,
in ‘t eeuwig, zalig, Bruiloftsfeest!