Hij is waarlijk opgestaan,
is ons in alles voorgegaan,
in leven, lijden en in sterven,
om ons de schat te doen beërven
die al in het begin is gegeven:
een onbesmet, vrij leven.

We kozen mens te zijn,
zélf kiezen en bestemmen,
liefst een zo dun voelbare lijn,
onszelf slechts om ons te temmen.

Geen meester dan ons eigen ik,
liefst zelfs maar geen geweten,
geen bezinnend ogenblik.

Toen kwam die wij Jezus noemen,
gelovig Messias, de Christus heten.
Hij kwam en was, als al in het begin.

Hij heeft ons weer verlaten,
maar liet Zijn Geest na van liefde,
goedheid, schoonheid, vertrouwen
en het verlangen om al wat duister is
hartgrondig te verafschuwen en haten.

Diep in ieder mens, naar Zijn Evenbeeld geschapen,
ligt het heimwee naar zijn God wakend te slapen.

We hopen op de voorzegde dag,
dat al wat slaapt ontwaken mag,
dat dan op Gods nieuwe aarde
alleen nog alles resten zal
van wézenlijke waarde.

2003