het was op die donderdag
de Heer was in het midden
en toen Hij de zaal rondzag
wilden zij Hem aanbidden

daar was Hij, in heerlijkheid
zij konden Hem omringen
voorbij aan de sterf'lijkheid
Heer over alle dingen

Hij ging met hen daar vandaan
het ging naar het Kedrondal
en op de Olijfberg aan
ze waren klein in getal

en boven aangekomen
gaf Hij aan hen Zijn zegen
toen werd Hij weggenomen
naar God leidden Zijn wegen

Hij zit aan Zijn rechterhand
totdat Hij weer zal komen
in glorie naar 't aardse land
de dag waarvan wij dromen

wij zien die dag gaan komen
en die dag lijkt zeer nabij
de bazuin wordt vernomen
zie, met eng'len, daar is Hij

daar staat Hij, in ons midden
met eng'len die omringen
wij zullen Hem aanbidden
Hem eer en lof toezingen

bij : Handelingen 1 : 1 - 11;
I Thessalonicenzen
4 : 15 - 17;
Openbaring 22 : 20