Verraden, opgepakt, meegesleept...
Een kus hoefde niet meer.
De joden werden
Uit hun huizen gesleurd,
Verschrikt, opgejaagd,
Neergeschoten.

Treinen werden volgestouwd.
Mannen links, vrouwen rechts
Op de perrons.

Banden van verwantschap
Werden verpulverd
Op de sporen.
Herinneringen werden
Verbrijzeld
Onder de wielen.

Niets was nog kostbaar...
Koffers moesten
achtergelaten.
Alleen het geld en het goud
Werden geteld.
Een leven werd waardeloos.

Jij kent dat gevoel, Jezus!
Jij werd aan een kruis
Gehangen,
Terwijl om Jouw kleed
Werd gedobbeld.