Op een wand'ling langs de vijver
zie 'k een fraaie woerd, vol ijver
jagen achter 't vrouwtje aan.
Zij duikt pijlsnel in het water,
maar de woerd volgt even later.
Zou het om de liefde gaan....?

Ma werd naar de wal gedreven:
Zorg jij snel nu maar eens even
voor de hele kinderschaar!
En dan plots'ling, of ze 't ruiken,
tien, twaalf, vijftien eendenkuikens:
Er staat voedsel voor ons klaar!

Al die kleine snavels vullen,
dat werd smikkelen en smullen.
't Was een wonder om te zien.
Zo zorgt Vader voor zijn kind'ren.
Niets zal ooit zijn zorg vermind'ren.
(en Hij schenkt méér bovendien!)