mijn bede gaat naar U, mijn Heer
met opgeheven handen
zo kom ik voor Uw aangezicht
Koning van alle landen
mijn hart was eerst Uw vijand, Heer
gewapend tot de tanden
tot U me wilde vinden, Heer
ik legde 't zwaard uit handen

Gij zijt naar Moria gegaan
betaalde aller zonden
Gij zijt voor God komen te staan
voor wie Gij hebt gevonden
U nam hen in Uw gratie aan
dat wilde U hen geven
ik zie hun naam in ' t Lam' s boek staan
Gij schreef hen in ten leven

wil ook mijn naam daar hebben staan
bij U, in 't Boek van 't Leven
hoe blij zal ik Uw huis ingaan
en U lofoffers geven
met opgeheven handen
zo kom ik voor Uw aangezicht
Koning van alle landen
Vader in het eeuwig licht

bij : Psalm 134