De zee lispelt listig,
de zee lispelt zo sluw,
de zee lispelt zachtjes,
de zee brult luid en ruw.
Haar nooit zwijgende stem
blijft onverschrokken lokken,
al zijn velen onder haar golven
tot nimmermeer lopen bedolven.

Vijftig jaar geleden, in mijn jongere jaren,
is zij eens met me aan de haal gegaan,
maar instinctief kreeg ik te verstaan
hoe ik die stroming kon weerstaan,
ontsnapte aan haar woeste baren.

De zee, met haar vele kusten,
zilt water dat van zoet water wint,
de verlokking tot erin pootje baden,
prikkeling tot het lachen van een kind.

De zee weer eens zien stond op mijn bucketlist.
In tegenstelling tot misschien wel vele mensen
heb ik een maar bescheiden aantal wensen,
een short list: de zee voelen werd gemist.
Zonder te hoog gespannen verwachting
begon ik aan mijn trip, met volharding.

Afdalend klinkerpad; mijn scharrelmobiel
leidde mij door een waar rozenbottelparadijs:
aan weerskanten zag ik bloemen, ook vruchten,
in kleuren van fris lichtgroen tot blozend dieprood.
Langzaam lopend ademde ik zeelucht in: ik genóót.

Onderaan het duin lag in de verte de zee een stuk dichterbij.
Was zij dan toch, heel misschien, een haalbare kaart voor mij?
Het volstond te rusten aan haar kusten; bereikbaar, die keet daar?
Het leek of dat terras, precies op díe plek, voor me geschapen was.

Met voldoening over mijn inspanning nagenietend van de tocht
langzaam softijs likken de verpozing, met zicht op het zilte vocht.
Mijn rollator mocht ik in die keet parkeren, ging blootsvoets op weg,
lopend in dronkemansgang: wie vreemd ervan opkeken hadden pech.

Een harde, blesserende val viel niet te vrezen; dat zo zachte en rulle zand
gaf mij stap voor stap wel zwoegen, maar steeds meer naderde de waterkant.
Een brede zandstrook, klam vochtig; bij een kunstig zandkasteel een stapje rust.
Nog éven verder; vervulling van hartenwens: één zeegolf heeft mijn voeten gekust.

N.a.v. verblijf in zorghotel De Kim te Noordwijk aan Zee van 14 t/m 22 augustus 2021.