Van wat ouderen aan het weer
steeds weer niet vinden deugen
genoot je in je kinderjaren
wezenloos en met volle teugen.

Een diep geworteld verlangen:
regendruppels, sneeuwvlokken
proeven, je wilde ze vangen
met hoog uitgestrekte handen.

Je hebt het vast graag gedaan:
in de plassen stampen
met cape en laarsjes aan
terwijl het pijpenstelen goot;
zomers op je blote voetjes
in een lauwwarme plas staan;
in zogeheten koude jaargetijden
zonder jas naar buiten gaan.

Je vernam wat allemaal niet mocht:
je moest letten op optrekkend vocht;
alert zijn op ziekmakende tocht;
als je jezelf nat liet regenen
werd je door verkoudheid bezocht.
Zowat alles wat je leuk vond,
vooral door water waden,
werd ten zeerste afgeraden.

Oudere mensen, in jouw ogen wijs,
met goede raad, konden het weten.
Ook wat ze over het weer zeiden
ben je nooit vergeten.
Zo is het zelfs zover gekomen
dat je dat alles hebt overgenomen.

De moraal van dit verhaal:
zodra je van zogenaamd
“slecht” weer niet houdt,
ben je eigenlijk al oud.

31.03.2019