Lopend op heilige grond, Gods woorden gesproken.
Zegenend de wereld rond, het licht ontstoken.

Woorden van hopen, Gods liefde verteld.
Leven en dopen, Zijn Vader vermeld.

Geboeid en geslagen, van 't leven beroofd.
Geliefd en gedragen, mijn straf op Zijn hoofd.

Van liefde en leven, een speer in Zijn zij.
Ja alles gegeven, Hij deed dit voor mij.

Geleden, geborgen, voor ons heengegaan.
Gewekt in de morgen, Hij is waarlijk opgestaan.

Het zingt in de bomen, het klinkt overal:
'Eens zal Hij komen met bazuingeschal.'