Ik ga de woestijn in
en dool rond 
in het dal der leegte,
waar alleen mijn vragen 
wonen...

Ik kan er mezelf
niet langer ontlopen.
Ik vond er zovele sporen
van herinneringen
in het oude zand.

Waar was ik fout?
Waar was de ander fout?
Wat durf ik niet te zien
in mezelf, in de anderen?

Mijn voeten tasten
naar de aarde,
naar het spoor van God.
Dorstig zoek ik naar
voetsporen van hoop
en vergeving in het zand.

En zie!
Ik ervaar er zo intens:
U komt langs me staan, Heer!
Wilt U me water geven
om te overleven?
Mag het kansen tot groei,
tot eeuwig leven geven.