Veertig dagen, veertig jaren,
tijd van inkeer en van trouw.
Tijd van God om te verklaren:
Mens ik houd nog steeds van jou.

Veertig dagen op het water,
toch gered door 's Vaders hand.
Veertig lange jaren later
't volk van God naar 't nieuwe land.

Veertig dagen lang in Israël:
Jezus' tocht van kruis en pijn.
't Was Gods Zoon, Immanuël,
ging naar Jeruzalem om mens te zijn.

Veertig dagen om te lopen,
voorbereiden en ook overgang.
In gedachten mee met Jezus lopen,
weten: Hij was mens en bang.

Voorbereiding en verwachting,
zuivering en overgang.
Onze God krijgt alle achting
op de weg naar levenslang.

Levenslang tel ik de jaren
op mijn reis naar 't nieuwe huis.
'God wil mij in liefde sparen
want Uw zoon stierf aan het kruis.

Leer me liefde, leer me hopen,
op de weg die ik moet gaan.
Laat me in Uw voetspoor lopen,
met Uw trouw kan ik het aan.'