De ochtenddauw in 't vroege najaar,
de zon probeert hem te verjagen.
een zwoele bries waait door je haar,
je voelt de streling van Gods welbehagen.

De stilte fluistert liedjes in je oor,
je komt vanzelf tot een stil gebed.
de lucht breekt en de zon komt door,
terwijl je loopt is 't God die op je let.

Je hebt twee vleugels die je dragen,
zweeft boven de zilte blauwe zee.
nu geen vermoeide levensvragen,
alles zit nu even mee.

Dank U Heer voor deze morgen,
dank U voor deze mooie dag.
ik maak me even nog geen zorgen,
baad in Uw liefde als het even mag.

Geluk straalt uit de hemel neer,
nog even en ik moet naar bed.
mijn lichaam kraakt ik kan niet meer,
ben reeds op weg naar onze Heer.

Even mocht ik verder kijken,
mijn dankbaarheid is ongekend.
soms kan de aarde op de hemel lijken,
of mijn verblijf voor straks nu al een beetje went.
Anton van der Haar