Een mistige  Allerzielen
gehuld in treurnis en tranen
zoeken wij verwante namen
van hen die ons nog bezielen
 
Zij die ons  zijn voorgegaan
hun afdruk hebben nagelaten
liggen onder een steen begraven
waar wij nu biddend voor staan
 
een steen die mossig begroeid
tussen ‘n gazon dat pas is gemaaid
met rosse herfstbladeren verfraaid
hegjes die kort en keurig gesnoeid
 
ik leg er ‘n boeketje chrysanten  neer
laat een kaars  voor hun foto branden
krijg het ijzig koud aan mijn handen
en  beloof : ‘k wacht niet zolang meer…
 
’ s avonds denk ik nog eens aan hen
in de stilte van mijn  avondgebeden
hoe vlug de jaren toch zijn vergleden
en dan hoor ik Zijn liefkozende stem…