Hij zat niet lekker in zijn vel
Wat kon hij nog verwachten?
Hij ging af en toe door een hel
Met nare, verwarde gedachten


Wat kwam er allemaal in hem op
Zijn keel was als kurk zo droog
Van alles schoot er door z'n kop
In zijn denken zat de duivel hoog


In de verte zag hij de hoge toren
Van het prachtig gebouwde werk
In het dorp waar hij was geboren
In het midden stond "zijn" kerk


Met zijn kronkelende gedachten
Stond hij op en begon te lopen
Kon zijn zielepijn echt verzachten
Door in de kerk een kaarsje te kopen?


Starend in de flakkerende vlam
Ging hij zitten in een der banken
Hoorde geluid dat van boven kwam
Het waren prachtige orgelklanken
   
Plots werd hij door een straal gekust
Want de zon scheen door het raam
Dit samenspel bracht hem tot rust
En alles voelde warm en aangenaam


Zulke momenten  kunnen 'n leven keren
Brengen de ziel weer op het rechte pad
En als zij dan de toekomst gaan beheren
Heeft zò'n samenspel toch wel nut gehad        
Hubke