Wat is het heerlijk als je hart
	een schuilplaats is voor allen,
	voor blank en bruin, voor die nog staan
	of heel diep zijn gevallen.
	Zo’n hart dat klopt voor iedereen,
	blijmoedig en ruimdenkend,
	een hart, zo onvoorstelbaar groot
	en pure liefde schenkend.
	Wat is het heerlijk als je hart,
	niet aan een kleur gebonden,
	de bloesem strooit die j’in de tuin
	van Vader hebt gevonden,
	wanneer je zonder onderscheid
	veel harten zacht zult strelen,
	die op je weg gekomen zijn
	om vreugde mee te delen.
	Wat is het heerlijk als je hart,
	los van dogmatisch hand’len,
	met de verschoppelingen huilt,
	de weg met hen wil wand’len.
	Dan straalt die warme levenszon
	vanuit jouw hart in velen
	en is’t een praktisch christen-zijn
	zo het geluk te delen.
	Wat is het heerlijk als je hart
	Gods wens zó heeft begrepen.
	Dan kun je met één blij gebaar
	Zijn grootheid onderstrepen,
	want wit en rood en geel en bruin,
	ze zijn elkaars gelijken.
	Zij allen zoeken wie hun hart
	met liefde wil verrijken!
                    
-