Ik probeer de weg te vinden
op d' Ondoorgrondelijkeweg.
Soms lacht mij geluk daar tegen
soms heb ik daar domme pech.
Hoe dan ook, ik moet hem volgen
al raak ik de weg soms kwijt.
'k Weet dat er geen and're weg is
die naar  Weg tot Leven leidt.

Soms dan moet ik heel erg zoeken
soms dan loopt de weg (lijkt) dood.
Tot ik licht zie aan de einder
Licht van 't nieuwe morgenrood.
Maar vaak loop ik toch te stromp'len
moe,  heb ik een slechte dag.
Moe van steeds maar weer dat zoeken
steeds maar weer die tegenslag.

Maar er zijn ook mooie dagen
op d' Ondoorgrondelijkeweg.
Hoef ik niet de weg te vragen
schijnt de zon dwars door de heg.
Dan word ik van binnen vrolijk
en dan snap ik werk'lijk niet
waarom op die weg ook plek is
voor onmetelijk verdriet.

't Is de weg vol tegenstelling
maar is 't einde in 't verschiet
Dan zegt God in Zijn voorspelling
'Hier is 't Licht en geen verdriet'
Dus ik blijf die weg maar volgen
ook al lijkt hij soms niet pluis
Uiteindelijk kom j' op bestemming
die bestemming is Gods huis