De oude man zit voor het raam
en denkt aan vroeger, kinderjaren,
toen ging hij ’s zondags naar de kerk.
Hij vouwt zijn handen even saâm
en denkt aan een paar centen sparen,
dat houdt de dominee aan ’t werk.

De oude man zit voor het raam
en bidt in stilte zijn gebed,
hij voelt zich terug weer in de kerk.
Hij bidt tot God, zijn handen saâm:
‘ dank dat U niet meer op mijn zonden let,
mijn God, U bent nog steeds aan ’ t werk.