Een kleine jongen
	in de arm van zijn moeder.
	Water en voedsel,
	voor hem kwam het te laat,
	hij stierf op haar schoot.
	Maar in de wereld
	gaat alles gewoon door,
	alsof er niets is gebeurd.
	
	Een kleine jongen
	onder kerk'lijke hoede.
	Onschuld en vertrouwen
	nam men van hem weg,
	zijn ziel was in nood.
	Maar in de kerken
	gaat alles gewoon door,
	alsof er niets is gebeurd.
	
	Een kleine jongen
	in een donker werkhok.
	Licht en vrijheid
	werd hem ontnomen,
	zijn jeugd ging er dood.
	Maar bij de mensen
	gaat alles gewoon door,
	alsof er niets is gebeurd.
	
	Een kleine jongen
	in de arm van een moeder
	werd eens een man.
	Om mensen te redden
	ging Hij door de dood.
	Wereld vol mensen
	ga niet gewoon door,
	alsof er niets is gebeurd.
	 
                    
-