Heer, ik wil U leren kennen
nu de zon nog schijnt.
'k Wil aan een leven met U wennen
nu niets nog in mij kwijnt.

Leer me U vertrouwen
voor alles om me heen.
Dat ik op U ga bouwen,
en 'k nimmer ben alleen.

'k Wil dat uw liefde in mij is
en U mij zo omstraalt
dat het een krachtig wapen is,
als al het andere faalt.

Want eens Heer, zal het komen,
verdriet en angst en pijn.
Vervliegen zoete dromen,
zal het "waarom" er zijn.

Want aan niemand op deez' aarde
gaat het leed voorbij.
Wordt waardeloos wat scheen van waarde,
is er de roep : waarom juist mij !!

Daarom Heer, wil ik bouwen
mijn huis op vaste rots.
Mijn leven toevertrouwen
aan d'eeuw'ge liefde Gods.

Als dan de stormen komen,
en 't gaat in mij tekeer,
weet ik in 's levensstromen :
Nochtans juich ik in mijn Heer !