ik leun
nog wel gestrekt
tegen de zware penant
strak gelijk de muur zicht rekt
van onder naar de top
zo ver ik kan zien de bovenkant

als gemetseld voel ik mij
opgenomen in het verleden
denk aan de gespierde bouwers
die immer meer
de hoogte bereden

zelfs mijn geest
aanvankelijk aards gericht
geeft stilaan te kennen

deze plek kent glorie
dit is groots
doch toont evenzeer
hoe gering ik ben

moet er weer aan wennen
julius dreyfsandt zu schlamm