draait de wind nerveus om bomen
maakt schijnbewegingen in de achtertuin
rukt steeds feller, met razend geblaas
de hitte van vermoeide aarde weg

bij de halfopen keukendeur sta ik
steeds kleiner wordend ademhappend
verwonderd om zoveel kracht

durf ik nog eens gedachteloos
te bidden om de Geest