Hoe nietig, klein en onbeduidend
is een grote tractor op het wijde land,
en hoeveel kleiner zijn de zaadjes
die worden uitgestrooid naar alle kant’.

Maar voor dit zaad haar vrucht zal geven
haar wortels neerwaarts zal doen gaan
zal ’t sterven in geploegde aarde
want zó alleen kan nieuw gewas ontstaan.

Soms is het goed als wij een poosje stil
aan de rand van onze levensakker staan
en aandachtig kijken naar de diepe groeven
in de levensgrond van ons bestaan.

Van dichtbij is die grond zó ongelijk
we kunnen pijnlijk struikelen in diepe voren,
maar vanaf de rand en bij het rustig overzien
kan zo’n doorploegde akker toch ineens bekoren.

Want hoe zou ‘t zaad dat hier nu is gestrooid
ooit het veld doen ruisen van het rijpe koren?
Hoe zou het leven, als er eerst niet was geploegd,
ooit zijn geboren?

God geve aan ons allen in dit leven,
in voor- en tegenspoed het oog op Hem te slaan,
en in vertrouwen op Zijn wijsheid telkens even
aan de rand van onze levensakker stil te staan.


Johannes 12:24 | Psalm 126:5-6 | Jesaja 28:24-29 | Hebreeën 12:11