Wanneer was ik dan duisternis,
ik kan het niet bedenken
maar gravend in herinnering
zie ik het duister wenken.
De keren dat ik boos was,
wat liet ik me toen gaan.
toch hoorde ik Hem toe,
Hij rekent het niet aan.

Ben ik nu licht omdat ik van Hem ben,
Hoe ziet mijn licht eruit?
Ben ik van wie mij schiep een brief,
straalt dat ook van mij uit?
Nu bent u licht, ik zie het staan
voor het vervolgbericht,
Hij vindt dat ik de weg mag gaan
van kinderen van het licht!

Mijn duisternis is er niet meer,
het duister is gezwicht,
als licht mag ik de weg begaan
het kind zijn valt me licht!
Ik lees de brief in haar geheel,
Hij wandelt met me mee,
en wat zijn kind nog niet begrijpt
wordt helder met ons twee.
-

Reacties mogelijk gemaakt door CComment