Wij danken U Heer’ voor de overvloed
aan voedsel die U aan ons gaf.
En bidden tegelijk voor hen met honger,
die aan de andere kant van deze aarde,
hun rijstplant in de modder zetten.
Biddend, dat U het groeien doet.

 Wij danken U, omdat U ons gezond deed zijn.
En bidden tegelijk voor hen in ziekte en pijn.
Voor hen, die in slapeloze nachten,
angstig bericht van de artsen afwachten;
biddend dat er nog een dageraad zal zijn.

 Wij danken U Heer’ voor het werk
dat onze handen of hoofden mochten doen.
En bidden tegelijk voor hen in deze wereld,
die geen arbeid hebben en daardoor een armoedig leven.
We danken dat U,  in Uw Woord,
ons tot ijverig werken aanspoort;
opdat we kunnen delen en geven.

 Wij danken, dat we U nog danken kúnnen,
al verdienen wij dat zeker niet.
En bidden tegelijk U om vergeving
om Christus wil, die ook voor ons aan ’t kruis hing,
omdat we na de dankdag vorig jaar
toch weer niet klaar stonden voor elkaar;
en dat veel voedsel niet onze mond,                                                                                        
 maar de weg naar de kliko vond.

We danken voor Uw opvang tijdens moeite
en verdriet,
voor ieder om ons heen, die ware vriendschap biedt.
We bidden ook dat Uzelf ons wil leren
al Uw gaven goed te benutten en beheren.
Maak ons mededeelzaam in Woord en in daad,
Opdat de dank aan U over heel de aarde gaat.