Wie is mijn naaste Heere?
vroeg eens een vrome man,
de Heer gaf hem een voorbeeld,
doorzag zijn listig plan:
Een man reisde bergafwaarts,
weg van Jeruzalem,
naar Jericho, omstreden,
de afgang wachtte hem.

De weg was vol gevaren,
want rovers hielden huis,
lieten hem halfdood liggen,
de man kwam zó niet thuis.
Hij was niet meer te redden,
voor priester noch Leviet,
zij liepen rustig verder
en hielpen de man niet.

Een vreemdeling kwam nader,
't was zelfs een Sam'ritaan,
hij knielde vol ontferming,
was zeer met hem begaan.
Hij heelde alle wonden,
met olie en met wijn,
Hij nam hem in zijn armen,
bracht hem waar hij moest zijn.

Gebed:
Barmhartige Heer Jezus,
U bent die Sam'ritaan
betaalde voor mijn zonden,
door aan het kruis te gaan.
U werd voor mij die Naaste,
U hielp mij op de been,
U zalft mijn hoofd met olie,
Zo'n God is er maar Eén!

Lukas 10:25-35;
Psalm 145:8; 147:3