Je loopt met me mee
van bergen tot zee.
Ik weet Jou nabij,
of ik nu afdaal of klim.
Je toont me de einder,
het Licht aan de kim.

Moeizaam zwoegen,
ploeteren en ploegen,
wordt vliegen, zweven,
zwemmen, drijven, léven,
omdat Jij mijn last draagt,
zelfs ongevraagd.

Overrompeld, verrast,
beluister ik wat Je vertelt,
kostbaar, onbetaalbaar
met goed of geld.

Je wordt zo verstaanbaar
als ik Jouw Woorden maar hoor.
De stappen die ik zet in Je spoor
worden door Jouw Hand geleid:
ik ken Je steeds beter,
ik voel me bevrijd.

Vergeven, gereinigd,
uit duister verlost,
is er geen weg meer
die mij teveel kost.

Gesteund en gedragen
bemin ik Je ten diepste,
Rabboeni, mijn Liefste.

Ik hoor Jouw vragen,
waarheen ik ook ga.
Je helpt met het antwoord.
Aarzelend fluister ik: “Ja!”{jcomments on}