De vogels kunnen nog wel zingen.
De kikkers kwaken er op los.
De lammetjes staan nog te springen
in een verziekt, ontluisterd bos.

Maar d'aarde is bedekt met tranen,
met bloed, door oorlog en geweld;
door hongersnoden en orkanen,
door rampen en door pijn gekweld.

De schepping zucht in al haar delen
nu men de Schepper niet meer acht.
Is deze aarde nog te helen?
Wat kan de mens in eigen kracht?

De schepping wacht met sterk begeren
op de herschepping, ons beloofd.
De leeuw zal met het lam verkeren.
De levenskracht wordt niet gedoofd.

De schepping zucht in barensnoden
en kondigt de bevrijding aan:
Een postnatale episode;
een nieuwe toekomst breekt zich baan!
(Rom 8:18-25)