O Heer, ik kan geen woorden vinden
voor alles wat er in de wereld woedt'.
Zie ze vervliegen op de winden
en stromen weg op wereldvloed.

De wolken zweven voor de zinnen
en wat ik denk is niet te vangen.
Winden die het zonlicht winnen
waaien donker voor mijn stil verlangen.

O Heer, waar is het licht gebleven
van 't aards begin vol zonneschijn.
Uw woorden sprekend van het leven
en mensen die door U geroepen zijn.

Waar zijn de dieren uit die nieuwe velden
die vredig samen leefden op het land.
En waar de vogels die zo blij vertelden:
'God heeft de aarde in Zijn hand.'

Hoe is de mens vervreemd van zegen
die door Uw Woord eens is ontstaan.
Waarom ging men de vreemde wegen
die verder van uw paden zijn gegaan.

U sprak "Het Woord' van licht en leven
van schoonheid: 'Ja, het is zeer goed."
De mens die zoveel is gegeven
gaat nu het duister tegemoet.

O Heer, ik kan geen woorden vinden.
Zie toch Uw schepping vraagt om kracht.
Geef ons Uw woorden op de winden
red ons van duisternis en macht.
Want Uwe woorden zijn ook daden
vol van liefde, leven, hemels licht.
Red ons van duisternis, doe weg het kwade.
Heer toon vergevend Uw gezicht.