Als ik in beslag genomen
door mijn eigen aardse dromen
mij niet meer op U kan richten,
eigen wil mij steeds doet zwichten;

wil mij door Uw Geest aanraken;
mij weer van mijzelf losmaken;
zoveel tijd gaat er verloren,
tijd die U moet toebehoren.

Als een dwaze maagd in 't heden,
geestelijk ver afgegleden;
red mij Heer, vernieuw mijn leven,
laat mij afgoden opgeven;

U heeft Zelf Uw eed gezworen:
wie bidt wordt opnieuw geboren;
hoor mij dan, vergeef mijn falen;
kom mijn denken weer bepalen.

Gebaseerd op Lukas 11: 9 t/m 13 (... hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden?)