Ik probeer voor jou te bidden,
maar ik voel dat het niet gaat.
Want hoe kan een God dit toestaan,
als Hij werkelijk bestaat?
Met mijn ingehouden woede
zoek ik naar een sprankje licht
en in eindeloze twijfel
doe ik dan mijn ogen dicht.
En terwijl ik me dan afvraag:
"God wat heeft dit nou voor zin?"
Denk ik: "Zit ik nou te bidden
tegen beter weten in?"

't Leven sloeg een eigen weg in
niet de weg die jij verkoos.
Een weg naar het onbekende,
maakt het leven kwetsbaar, broos.
Ook al lijkt die weg verlaten,
zie je niemand om je heen.
Voel de liefde van de mensen,
want je loopt heus niet alleen.
En de sporen die je nalaat
naar bestemming "onbekend",
laten zien aan je geliefden
dat je heel erg dapper bent.

Ik probeer voor jou te bidden
en voel dat het moeizaam gaat.
Ik weet echt niet of het helpt,
maar het kan toch ook geen kwaad?
Dan voel ik de woede zakken
en ik word van binnen kalm.
Ondanks machteloze twijfel
grijp ik toch die laatste halm.
Ik vraag God om jou te helpen,
waar de weg je ook toe leidt
en bewonder door mijn tranen
steeds jouw grote dapperheid

Nu we jou los moeten laten
wil ik als jij: "Dapper zijn".
Maar nu zelfs die halm geknapt lijkt
voel ik mij ontzettend klein.
Toch weet ik, heel diep van binnen:
"Achter 's mensen horizon,
staat jouw naam in gouden letters
bij een liefdevolle Bron.
Die je hand pakt en je troostend
warmte, rust en vrede geeft.
Waar wij hopend op vertrouwen
als jij verder in ons leeft".

Hans Cieremans