U leert mij dansen op het leven
dat allang en net begonnen is.
Waarvan U de tonen heeft geschreven
in het lied van het geheimenis.

Maar ik durf mij niet te geven.
'k Versta de passen nog niet zo goed.
'k Kijk nog teveel naar mijn leven
en weet niet hoe ik dansen moet.

Toch leert U mij dansen op het leven.
U leidt mij met Uw zachte hand.
De tonen die al eeuwen zijn geschreven
komen uit een hemels land.

Maar ik wil het ritme niet verstoren
doordat ik Uw lied niet goed versta.
Maar Uw Woord klinkt zachtjes in mijn oren:
'dat je mag dansen, is gena'.