Ik droomde...
Ik kon vliegen als een vogel
was zo sterk als een leeuw
ik kon klimmen als een aapje
springen zo ver als de kikker
was zo slim als een vos

Ik ontwaakte...
zweefde niet op Uw wolkentop
geloof, ach het is zo zwak
mijn klimmen is meer vallen
spring niet over obstakels
voel me zwak, nietig en dom

U gaf...
vleugels zoals de Arend (vogel)
geloof om bergen te verzetten (leeuw
kracht om biddend tot U op te klimmen (aapje)
om met U samen over muren te springen (kikker)
want U bent de ware Wijsheid in mij Heer (vos)

En nu…
bedenk ik, is er nu een prachtige droom uitgekomen?
Nee, U hebt intrek in mijn hart en leven genomen!
Ontwakende mag ik Uw geschonken zegen roemen
door vijf dieren uit de droom met mij te vernoemen.