Soms wil ik het U hardop vertellen.
Soms is in mijn hart een diepe waterbron
waarin allerlei nieuwe woorden wellen.
Soms wilde ik dat ik het zeggen kon.

Maar als ik spreek zijn het stamelende zinnen.
Als ik dank, klinkt er een gebrekkig woord.
Wat ik zeg, is door U al zo vaak gehoord.
Ik struikel al voordat ik ga beginnen.

Toch wil ik het U soms hardop vertellen.
Soms woedt er in mijn hart een machtig' orkaan,
waarlangs allerlei nieuwe woorden snellen
die met kracht naar buiten willen gaan.

Maar als ik bid, hoort U weer bekende woorden.
Als ik dank, vind ik weer de woorden niet.
Ik kan niet zeggen wat ik in U zie.
In mijn aanbidding klinken valse acoorden.

Toen las ik van onuitsprekelijke vreugde
en van een onuitsprekelijke heerlijkheid.
Ja van de onuitsprekelijke Gave.
U bent onuitsprekelijk in eeuwigheid.

Ik hoef U niet meer in woorden te beschrijven.
Door mijn vage zinnen raak ik toch maar verward.
Laat mij maar in Uw onuitsprekelijke liefde blijven
en luister dan maar naar de stem van mijn hart.