Brokstukken rolden de berg af –

woorden wijsheid en leven

bleven verbrijzeld ongelezen

liggen als verdwaalde

struikelblokken. Vergruizelde

steenrestanten spiegelden mijn

gebroken hart.

 

Gij koesterde de kern van

wie ik ben.

 

Beitelde gebarsten zinnen

tot verbond

laste, dat ik houvast vond,

verloren lettergrepen

aan elkaar - ik luisterde;

 

zag uw woorden nieuw geschreven

zag uw woorden eeuwig waar.

Ex. 34, 28