In het begin,
kort voor God rustte van al Zijn werken,
maakte Hij schepselen die op zouden kunnen merken
met hoeveel liefde Hij alles had gedaan.
Hij riep mensen tot leven ter bekroning van Zijn schepping.
Hij ging een relatie met ze aan
die door de eeuwen heen is blijven bestaan,
al zijn we massaal en individueel onze eigen gang gegaan,
ons afwendend van Hem tegen Hem op gaan staan,
zoals in het begin de eerste mensen al hebben gedaan.
We hoorden amper naar Zijn stem,
antwoordden niet op Zijn vragen.
Hebben we het “Waar ben je?” wel goed verstaan?
 
In een nieuw begin heeft God zélf geantwoord
in Zijn vleesgeworden Woord.
Sindsdien mogen we steeds weer horen
dat Jezus in harten van mensen wordt geboren.
Onze stal, al is het nog zo’n vies en schamel onderkomen,
kiest deze Koning tot Zijn woning, daar wil Hij wonen.
 
Hij maakt een nieuw begin
waar mensen harten open deden
voor Hem die niet ziet op ons verleden,
maar Zich richt op onze toekomst
en in het heden ons alles geeft,
omdat Hij in ons voortleeft.
We vieren Zijn leven met elkaar,
door Hem verwarmd in onderlinge liefde
en omzien naar wie geestelijk
en materieel te weinig heeft.
 
Als we door het leven lopen aan Jezus’ hand,
dan mogen we hopen op een laatste nieuw begin
dat in eeuwigheid zal bestaan,
omdat de Vader door Jezus
Zijn woning voor ons open heeft gedaan.


Gen. 3:9; Joh. 19:13b; Openbaring 3:20 

Begin december 2013, op verzoek van een ouderling voor een kerstviering.