klokken kleppen door heuvels van heimwee
en wind van verlangen vangt hemels parfum
spraakloze taal strooit stilte naar binnen
spreekt luider dan orgel of daver van drum

zou ik vergeten, bergen van Sion
hoe vrede in brede almen zijn weiden uitspreidt
op Salem 's flanken waar banken staan in het licht
waar kabbel van kreken tot drinken verleidt

toch zal ik fluitend mijn oude luit uit
de vingers van de wilg plukken en zingen
-bij het vrolijk openklaren van snarenspel-
een goddelijk lied vol herinneringen

nu klokken kleppen door heuvels van heimwee
en wind van verlangen de hemel vangt
de bergen van Salem hun vrede uitschudden
zoals een vrouw die gewassen lakens ophangt.

Lieve Steenberghs