Deze nacht - het uitspansel gescheurd,
de hemel geopend – is het begin:
kind in een kribbe, ten hemel schreiend.


Want Hij kiest deze kant van bestaan:
het gebroken riet, de geknakte bloem,
de geslagen mens, ter aarde geworpen.


Na dit begin zal Hij hemel en aarde
bewegen, geen steen op de andere laten,
geen doek ongescheurd.

René van Loenen
(uit: 'Het suizen van een zachte koelte', 1984)

http://www.chroom.net/kerstgedichten.htm