lopend in decemberlicht
door haar zilverglans verblind
voel ik me opnieuw weer kind,
doe verrast mijn ogen dicht
 
zoek ik eventjes bewust
in de drukte van een tijd
naar Uw hand, Heer, die me leidt
naar die stille kalme rust
 
hoe zal Kerstfeest zijn dit jaar
flitst het schrijnend door me heen,
voor het allereerst alleen,
niet meer samen met elkaar
 
schuldig schud ik met mijn hoofd
‘k hef het op en kijk omhoog
speurend langs de hemelboog
lijkt het of het zonlicht dooft
 
ach, wat zit ik nu te zeuren
want ik weet toch van die nacht
van dat Licht dat werd gebracht
van dat wonderlijk gebeuren
 
dat God juist voor deze pijn
al Zijn liefde heeft gegeven
om met Hem te mogen leven
daar waar altijd Licht zal zijn
 
lopend in decemberlicht
in Zijn stralend aangezicht